Na een aantal jaren als sommelier bij de Burgemeester* en de Bokkedoorns** gewerkt te hebben en de opleidingen Gastronoom-Sommelier niveau 3, WSET3 diploma en Register Vinoloog van de Wijnacademie behaald te hebben besloot ik aardrijkskunde te gaan studeren. Dit om meer te weten te komen over klimatologie en geologie, beide van groot belang in de wijnwereld.
Gelijktijdig begon ik met werken bij Café Rijsel in Amsterdam. Na een aantal maanden startten de eigenaren van Rijsel een nieuw restaurant: Scheepskameel. Het eerste restaurant in de Benelux met een wijnkaart uitsluitend gevuld met Duitse wijn. Mij werd door Bob en Pieter gevraagd om hier sommelier te worden. Na één jaar ben ik, samen met het restaurant Scheepskameel, begonnen met het importeren van Duitse wijn onder de bedrijfsnaam Wijnkameel.
Bij restaurant Scheepskameel kwam ik erachter dat mijn opgedane kennis over aardwetenschappen goed viel toe te passen. In Duitsland zijn een tweetal druiven van wezenlijk belang voor kwaliteitswijn: riesling en spätburgunder. Deze worden verbouwd in elk ‘Anbaugebiet’ in Duitsland met elk eigen organoleptische eigenschappen. De verschillende klimaten en bodems zorgen ervoor dat al deze Rieslings en Spätburgunders een andere typiciteit hebben. De verschillen afkomstig van bodem en klimaat zijn bij een druif als riesling goed waarneembaar omdat een aromatisch ras als riesling in veel gevallen niet malolactisch vergist wordt en zelden nieuw eikenhout als rijping meekrijgt. De smaak komt grotendeels uit de druif zelf en in mindere mate van vinificatie technieken. Doordat Riesling zonder ‘schmink’ geproduceerd wordt is het mogelijk om beter te analyseren wat variërende waarden zoals klimaat(verandering) en bodem doen met de smaak van de wijn. Dat maakt voor mij Duitse wijn zo fascinerend!
In 2024 ben ik, als 22ste van Nederland en tevens de jongste tot nu toe, Magister Vini geworden. Ik ben afgestudeerd op mijn onderzoek over ‘De toekomst van Duitse riesling’ met de onderzoeksvraag: ‘Wat is het verwachte effect van klimaatverandering op Duitse kwaliteitsriesling de komende twintig jaar en hoe kunnen wijnboeren zich aanpassen?’